Een gevallen engel – artikel over Michael Matthews (1958-1996)

Matthews in Hyde 1995
Michael Matthews in Hyde 1995
Naar aanleiding van de dood van performer Michael Matthews (1958 – 1996).
 
Laatst belde een vriendin me op. We spraken over de theaterproducties waarin Michael Matthews was opgetreden. Al snel kwam het gesprek op die onvolprezen voorstelling van Gerardjan Rijnders `Klaagliederen´. Ik probeerde de rol van Matthews daarin te reconstrueren, gedwarsboomd door een slecht geheugen. Ik kwam niet verder dan wat vage beelden van `een gevallen engel´: Michael Matthews met grote, witte vleugels op zijn rug. Mijn vriendin bracht daar tegenin dat Matthews de rol van god speelde. En beiden herinnerden wij ons plotseling de muisstille diagonale gang die hij over het podium maakte, en de mysterieuze armbewegingen daarbij. Ik vroeg me af of hij toen ook teksten had gesproken. Toen herinnerde mijn vriendin zich dat Matthews in die tijd al erg ziek was en daardoor niet bij alle voorstellingen aanwezig had kunnen zijn. Zodoende was er bij sommige voorstellingen geen zwijgzame god aanwezig.

Aids had Michael Matthews toen al een paar jaar in de greep, maar hij is tot aan zijn dood, 11 januari 1996, actief in het theater gebleven, al kon hij er af en toe niet fysiek bij aanwezig zijn. Hilarisch moment in ons telefoongesprek: beiden waren we er ineens niet meer zeker van of we Michael Matthews ook echt, in levenden lijve hebben gezien in die voorstelling. Misschien was hij toen al een schim, een waanbeeld, een gevallen engel of een zwijgzame god. Het moderne theater produceert wel vaker drogbeelden, zo was onze milde conclusie.

Mijn vraag is nu of de Michael Matthews die ik mij herinner wel echt heeft bestaan. Of heb ik er de afgelopen tijd mijn eigen theaterpersonage van gemaakt? Toen ik de telefoon op de haak legde, besloot ik dat het tijd was om mijn gedachten naar aanleiding van zijn dood op een rij te zetten.

Zieke kunst

Mag een acteur ziek zijn op het podium? Zichtbaar en echt ziek? Is het artistiek gezien juist om de oude, trouwe grenzen tussen werkelijkheid en theater op te heffen? Als wij van theater houden, waar houden wij dan van? Van de schijn of van de werkelijkheid? Mag op het toneel de schreeuw van de rauwe realiteit weerklinken? Is het theater niet juist bij uitstek de plek om die schreeuw alle ruimte te geven?

Vragen, zoveel vragen. En eigenlijk is het antwoord erg simpel. Theater is een medium zoals alle andere media: een plek waar gereflecteerd kan en moet worden op het leven, waarin ook de dood zijn tol eist. Heel logisch en simpel lijkt dat antwoord. Maar tegelijkertijd klinken er andere stemmen, steeds vaker. Er worden discussieavonden georganiseerd over ´slachtoffer-kunst´, en de denigrerende lading van dat etiket beneemt je bijkans de adem. Er wordt gesproken over ´gênante en schaamteloze bekentenissen´ van acteurs en theatermakers die hun eigen ziekte en dood zouden ´exploiteren´. Het drama wordt dan immers wel erg goedkoop.

Wat in de schilderkunst en de literatuur vrij gemakkelijk geaccepteerd lijkt te worden, is in het theatervak een hot issue. Blijkbaar is het theater een heel ander medium dan andere. De grenzen tussen echt en onecht liggen blijkbaar in het theater op een andere weegschaal en worden op een andere manier gedefinieerd en gewaardeerd. Laat ik het zo zeggen: de lange tenen, de gevoelige plekken oftewel de G-spots van het theater liggen precies op het snijvlak tussen echt en onecht. De kracht en – zoals wel vaker tegelijkertijd – de zwakte van het medium theater is de onverbrekelijke band tussen acteur en personage, tussen kunst en dagelijks leven. En nergens anders voelt de dood zich zo thuis als in het theater. Ook in dat opzicht is het theater een lege ruimte, een open huis waarin een allegaartje van verloren dromen, verlangens en mogelijkheden ligt opgestapeld. En de werkelijkheid zal je er op verrassende wijze in terugvinden, of je wilt of niet.

 

Dracula en andere monsters

Laten we van Michael Matthews vooral geen engel maken. Laten we hem ´gewoner´ maken dan hij op het toneel was. Laten we hem ontmaskeren. We zien dan een gewone jongen met een heel enge ziekte onder de leden. We kunnen hem dan pas in volle omvang onderscheiden. Ook zijn toneelwerk krijgt meer diepte als je weet waaraan hij leed. Als je over hem nadenkt, bestaat er voortdurend het gevaar dat je hem en zijn ziekte door elkaar haalt. Misschien was Michael Matthews eerder een performer dan een acteur, in vakmatig opzicht. Zijn artistieke invloed komt voort uit de beweging van de performance. Hij speelde niet, hij wás. Die vereenzelviging van een acteur met zijn rol is een belangrijke vernieuwing in het acteursvak gebleken. Het theaterwerk van Matthews stelt ons voortdurend vragen over de echtheid van de acteur. Zijn laatste en eigen voorstellingen draaiden om de hete brei heen, in de goede zin van het woord. Hij openbaarde zijn ziekte letterlijk door er theater over te maken, maar tegelijkertijd wierp hij niets dan mistgordijnen in de strijd: het ging ineens om Dracula en andere monsters als hoofdpersonages. In die gruwelijke prototypes projecteerde hij zijn eigen lichamelijke toestand. En met die omweg redde hij zich eruit. Hij kon alleen op die manier theater blijven maken. Alleen in de toneelillusie kon hij zijn leven en dood volledig uitspelen, voor het volle voetlicht. Hij speelde op leven en dood. We hoeven van hem geen engel te maken. Hij was het. Ik heb het met eigen ogen gezien. Hij was het écht.

Michiel Bollinger
Artikel gepubliceerd in theatervakblad Notes, februari 1996

 

En terug te lezen op www.aidsmemorial.nl onder de naam Michael Matthews – herdenking

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.